De laatste dagen Sydney (Australie)
Vrijdag heb ik een rustdag en slaap ik heerlijk uit! ’s Middags maak ik een wandeling naar Paddy’s market waar ik het weer niet kan laten om souvenirs te kopen. Vervolgens loop ik via Tumbalong park naar het mooie Darling Harbour. Ik wandel daar de rest van de middag en geniet van het mooie weer, de boten, de haven en de gezellige sfeer.
De volgende dag mag ik weer vroeg op want ik ga vandaag op excursie naar de Blue Mountains. Ik word opgehaald met de bus en het is leuk om naast de stad ook wat meer te zien van de omgeving. De snelwegen, het verkeer, de berglandschappen en dorpjes.
Na een uur komen we aan bij het Featherdale Wildlife Park waar we een uur de tijd krijgen om rond te wandelen. En de tijd vliegt voorbij als ik tussen de kangoeroes sta en ze eten geef. De koala’s
liggen nog te slapen, maar zien er aandoenlijk uit zo opgekruld in de bomen. Als ik ook nog kleine pinguïns rond zie waggelen, is mijn dag al goed! Deze dieren zie je niet elke dag! Of eerlijk
gezegd, heb ik nog nooit eerder in het echt gezien.
Ik zie ook weer tientallen vleermuizen hangen, krokodillen zwemmen en nog veel meer interessante dieren. Op het eind zijn enkele koala’s ontwaakt, dus ik ga nog even snel op de foto voor we weer
verder gaan.
We vervolgen onze reis richting de Wentworth Falls. Na 200 traptreden komen we uit bij een prachtig uitkijkpunt waar we de watervallen heel goed kunnen zien. Ook deze watervallen zijn weer
adembenemend. Daarna rijden we door naar Echo Point, de uitkijkpost over de Blue Mountains en de Three Sisters. Onderweg vertelt de buschauffeur over het ontstaan van de Three Sisters, althans een
van de veel verschillende versies. Het ligt er maar net aan welke Aboriginal je spreekt. Op Echo Point is ook een ‘echte’ Aboriginal aanwezig. Jammer dat het een toeristische attractie is geworden,
maar goed, ook ik betaal hem een paar dollar voor een foto. Daarvoor zijn we immers hier.
Het uitzicht op de Three Sisters is prachtig. Ook is nu goed te zien dat er een blauwe gloed over de bomen hangt, voor wie het niet weet, vandaar ook de naam.
Na al dit moois gaan we naar het hoogtepunt van de dag ‘Scenic World’ vanwaar je met de trein of kabelbaan naar beneden kunt om door de Blue Mountains te wandelen. Er is een meisje dat graag naar beneden wil klimmen in plaats van met de kabelbaan of trein. De chauffeur vindt het echter niks dat ze alleen gaat en dus meld ik me als vrijwilliger om ook naar beneden te klimmen. Een beetje avontuur is nooit weg. We klimmen en dalen in anderhalf uur 1200 traptreden naar beneden en komen langs watervallen, stukken regenwoud, smalle bruggetjes en het is er prachtig!! En inderdaad we moeten ons af en toe goed vasthouden, maar het is zeker de moeite waard! We verbazen ons er over wat de anderen nu moeten missen. We hebben echt meerder gave uitzichten op de Katoomba watervallen. Beneden aangekomen is er helaas geen tijd meer om nog rond te wandelen en dus nemen we de steilste trein ter wereld terug naar boven. Eerlijk gezegd niet mijn ding, doodeng!
We sluiten de dag af met winkelen in het stadje Leura waar alles nog veel duurder is dan in het centrum en gaan aan boord van een cruiseschip waar we een uur lang rondvaren terug richting Sydney stad. Een prima dagje, maar een bezoek aan de Blue Mountains heeft eigenlijk wel wat langer nodig dan 1 dag. Toch nog maar een keer terug naar Australië dan…
En dan na een goede nachtrust ben ik er helemaal klaar voor. Ik ga vandaag de Harbour Bridge beklimmen! Hoewel ik er eerlijk gezegd niet aan moest denken, ben ik inmiddels in voor nog meer
avontuur. Geen idee waar dat allemaal nog toe gaat leiden…
Ik heb gekozen voor de Discovery Climb, de binnenste ring, omdat je dan ook uitleg krijgt over de totstandkoming, het materiaal en de bevestiging van alles. Dat lijkt me wel interessant.
Als ik me meld krijg ik een tekening te zien wat we precies gaan doen en daarop zie ik dat we naast de binnenste ring ook verder omhoog gaan om ook daadwerkelijk over het hoogste punt van de brug
heen te lopen. Met al 27 graden op de thermometer krijg ik het nog warmer!
We krijgen eerst allerlei instructies, moeten wat formulieren invullen en we worden voorzien van speciale pakken, veiligheidsgordels en een radio. Ik voel me meteen een professionele klimmer!
En dat gevoel is ook weer meteen verdwenen als we naar buiten lopen. We zijn al aardig op hoogte (niks vergeleken waar we heen moeten, maar toch) en ik kan door het rooster het water zien. Ik krijg nu al zweethanden. Pff waar ben ik aan begonnen. Onze instructeur vraagt ons wat er gebeurd als je nu naar beneden valt. En dat is gezien de hoogte een retorische vraag. Maar hij vertelt verder dat een bouwvakker naar beneden gevallen is en het toch overleefd heeft. Maar dat dat mede kwam doordat hij ook een duiker was en wel 3 gebroken ribben had en zijn schoenen in zijn benen doorboord waren. Heerlijk opbeurend verhaal, dus laten we gaan klimmen!
Ik vraag de instructeur of het nog veel enger gaat worden dan dit, maar nee dit is het engste. En raar, maar het is nog waar ook. De trappen naar boven zijn aan de onderkant dicht en dus zie je vrij weinig van de hoogte. Ik krijg weer wat lucht en kan ook daadwerkelijk genieten van de klim. En als we helemaal aan de top zijn, voel ik me super, hoe kan het ook anders. Niet alleen aan de andere kant van de wereld maar ook op de top van de Harbour Bridge. Het is letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt van deze reis.
De laatste dag in Sydney wandel ik langs de kust van Cogee Beach naar het o zo bekende Bondi Beach. Er zijn verschillende ‘coastal walks’ te doen, maar het is op dit moment ook ‘Sculpture by the
Sea’, vandaar dat ik voor dit traject kies. Het is een 3 uur durende wandeling langs verschillende stranden. Halverwege de route kom ik aan bij het stuk waar de sculpturen staan. De wandeling op
zich is al prachtig, maar met al die bijzondere kunstwerken wordt het nog veel unieker. De rest van de middag lig ik op het drukke Bondi Beach, een goede afsluiter van deze korte vakantie.
En heel erg uitgerust ben ik niet, maar dat maakt me niets uit. Ik heb enorm genoten van het mooie Sydney. Ik zou echt nog wel langer willen blijven, maar dat gaat helaas niet wat morgenochtend vertrekt het vliegtuig alweer naar het laatste continent….Zuid-Amerika. En dat betekent afgelopen met het Engels, maar op naar het Spaans! Klaar voor de Argentijnse tango, de Argentijnse steak en niet te vergeten de Argentijnse wijn!
Hasta luego!
PS aan mijn Bergse collega John: ook bedankt voor de extra fotoruimte!
De eerste dagen Sydney (Australie)
Op het vliegveld van Bangkok neem ik als laatste afscheid van de twee Ierse zusjes die naar het zuiden van Thailand vliegen. En dan sta ik er na 4 weken weer helemaal alleen voor! Geen gids die me de weg wijst, geen mannetje die mijn tas draagt, just me and myself.
Na 9,5 uur vliegen land ik in Sydney, waar het op dat moment 33 graden is. Aan de temperatuur hoef ik in ieder geval niet te wennen. Ik pin geld en verbaas me meteen over de prijzen. Het is echt afgrijselijk duur! Ik hoop maar dat het luchthaven prijzen zijn en neem de trein richting Circular Quay. Vervolgens wandel ik richting mijn hotel en voel me op en top toerist met 17 kilo op mijn rug en 5 kilo op mijn buik. Gelukkig vind ik het hotel in 1 keer (ik word hier nog goed in!) en wat voor een hotel! Het heeft een dakterras met uitzicht op de Harbour Bridge en het Opera House. En laat mijn kamer nou uit komen op het dakterras! En dan begint mijn eerste dag hier in Australië, met als doel ‘wakker blijven tot vanavond’. En dat zal met 1,5 dag achter de rug en 8.00 ’s ochtends op de klok nog een hele strijd worden.
Ik wandel richting Harbour Bridge en het Opera House. Er gaat een golf van geluk door me heen als ik daar zo zit in de zon. Ik heb het al zo vaak gezien op foto’s, maar nu zit ik hier, aan de
andere kant van de wereld, op de trap van het Opera House. Hoe machtig!
Het is vreemd om weer zoveel westerse mensen te zien en ook weer veel vrouwen op straat. De wegen zijn weer veel duidelijker en overzichtelijker en ondanks de grootte van de stad klinkt het veel
rustiger (geen getoeter). Maar aan het feit dat ze hier links rijden, Engels praten en het boven de 30 graden is hoef ik in ieder geval niet te wennen.
Na mijn luxe rondreis is het nu ook zover dat ik mijn kamer moet delen met nog 3 anderen. En dan nog 42 dollar per nacht.. Ik duik rond 21.00 uur mijn bed in (doel geslaagd) en word 10 uur laten gewekt door mijn eerste nieuwe kamergenoot die arriveert. Een eerste nacht, het rijk alleen, het heeft zo moeten zijn!
De volgende dag pak ik de ferry richting Manli Beach. Een dagje strand zo op deze vakantie moet kunnen. Heel bijzonder zo op de boot langs de brug en het operahuis. Na aankomst in Manli wandel ik via the Corso (hoofdstraat) naar het strand. Ik breng de ochtend door op het strand en geniet van het mooie uitzicht. ‘s Middags wandel ik, op advies van iemand uit het hostel, naar een ander strandje, Shelly beach. Daar is de stroming minder sterk, het water helder en zijn ook de nemo-vissen weer aanwezig. En het uitzicht is Manli Beach en dat is prachtig!
Op de terugweg doe ik boodschappen, want ook al is het vakantie, er zal de komende dagen gekookt moeten worden. Al is dat na 6 weken niet zo heel erg eigenlijk. Maar ook in de supermarkt verbaas ik
me over de prijzen. 40 dollar voor 2 avonden eten en 12 dollar voor een flesje wijn. Pfff dat zal nog krapjes aan worden deze week.
Tijdens het eten ontmoet ik Robin uit hoe kan het ook anders … Breda. Hij is voor 5 weken in Australië en net als ik net een dag in Sydney. We gaan na het eten wat wijntjes drinken in de stad, voor
10 dollar per stuk, maar vakantie zonder wijn, is voor mij geen vakantie.
De volgende dag maak ik een lange wandeling naar de Royal Botanic Gardens, waar ik ruim 4 uur rond wandel. Het is er echt waanzinnig mooi! Prachtig groen, opmerkelijke bomen, bijzondere bloemen en het is er, buiten de vogels, muisstil. Er zijn 7 verschillende tuinen met onder andere rozen, palmbomen, bamboe, regenwoudbomen, tropische bomen, er vliegen prachtig gekleurde vogels en er hangen tientallen vleermuizen. Na bijna 200 foto’s te hebben geschoten wandel ik richting het Central Business District, wat aan de tuinen grenst.
De overgang naar het zakencentrum is enorm! Er lopen honderden mannen en vrouwen zakelijk gekleed te bellen, te smsen of druk te praten met elkaar. Ik loop langs de torenhoge kantoren richting Georgestreet waar ik me waan tussen de Versace, Gucci en Prada winkels. Alle mensen zien er op en top verzorgd uit en wat zijn de mannen hier knap! Wow ik kijk mijn ogen uit. En daar loop ik dan in mijn Thaise outfit van 1,50 euro inclusief Armani zonnebril. Maar ik vraag me eerlijk gezegd af wie zich nu het rijkste voelt.
Aan het eind van de middag heb ik met Robin afgesproken. Ik heb gelezen dat in de wijk the Rocks ergens een gratis rosé proeverij gehouden wordt. Dus ja, daar moet ik natuurlijk bij zijn.We zijn de eerste en we worden wat vreemd aangekeken. Wellicht vanwege onze backpackerskleding. We beginnen met kleine plastic glaasjes die op tafel staan aan de eerste ronde… De zaak loopt al snel vol met rijke en opgedofte mensen. We zien dat sommigen uit echte glazen proeven, dus ook wij schakelen over. Daar gaat ook veel meer in trouwens.
Er wordt echt in een record tempo geschonken en ik breng het geleerde van mijn wijncursus in praktijk. Ik stel wat ‘interessante’ vragen en de wijnverkoper kenmerkt me als een kenner. Ha ha, mooi zo. Na 27 verschillende rose’s waggelen we richting het hostel want we hebben een BBQ op het dakterras. Daar proef ik voor het allereerst kangoeroe en het smaakt heerlijk! En dan komt aan deze lange, zware maar super leuke dag een eind en zielsgelukkig stap ik in bed. Nog een kleine week te gaan hier!
Thailand (Chiang Mai en Bangkok)
Chiang Mai en Bangkok (Thailand)
Als groep hebben we besloten om een volle dag in Chiang Mai te willen besteden, in plaats van een halve dag zoals gepland. Dat betekent dat we na 2 dagen op de boot meteen de bus nemen naar Chiang Mai. Eind van de avond komen we aan en lopen nog snel even langs de nachtmarkt. Uiteraard koop ik weer wat souvenirs, al heb ik geen idee meer waar ik het moet laten.
De volgende dag gaan we op excursie, eindelijk op een olifant rijden, iets wat ik al heel lang wil. Het begint met een olifantenshow waar de olifanten allerlei kunstjes opvoeren. Ze dansen, voetballen en schilderen. Gaaf om te zien, maar ik vraag me ondertussen toch af hoe die beesten hiervoor ‘getraind’ worden. Vervolgens gaan we dan ook echt op een olifant rijden. Vanaf een hoge steigerklimmen we in het mandje. Wat zijn die beesten gigantisch zeg! Om de vacht van de olifant goed te kunnen voelen doen we onze slippers uit. Heerlijk!
Onderweg komen we langs allerlei kraampjes waar we bananen kunnen kopen om de olifanten te voeren. Als onze olifant iets te lang bij de kraam blijft hangen, begint z’n begeleider te schreeuwen en haalt enorm hard uit met een grote haak. Het beest schreeuwt het uit en ik heb kippenvel over mijn hele lijf! Verbazingwekkend kijk ik naar mijn Australische reisgenoot Maria, maar die lijkt amper te reageren. Ik weet even niet goed wat ik met de situatie aan moet en blijf verbluffend zitten. Mijn enthousiasme is abrupt verdwenen en ik hoop dat de rit zo snel mogelijk afgelopen is, bang om nog zo’n doordringende schreeuw te moeten horen.
Na de olifantenrit gaan we in een wagen getrokken door ossen verder en dat gaat er gelukkig een stuk gemoedelijker aan toe. Na de lunch gaan we bamboo-raften, oftewel op een bamboevlot de rivier op. Langs de kant staan bomen in de vorm van olifanten en zo af en toe staan er ook nog echte olifanten tussen.
Als afsluiting van de excursie brengen we een bezoek aan het Tiger Kingdom waar we de kans krijgen om met echte te tijgers te ‘knuffelen’. Een onwerkelijke wereld en ook hier vraag ik me af hoe ze die beesten ‘getraind’ krijgen. Ik kies ervoor om met de grootste en kleinste tijgers te gaan ‘knuffelen’. Ik vind het doodeng als ik de kooi in stap. Een voor een mogen we achter de tijger gaan liggen en hem aaien. Overal zie ik stroomdraad en waarschuwingsborden met de regels. Ik word er niet veel rustiger van eerlijk gezegd. Ik ga snel in positie liggen, probeer zo ontspannen mogelijk te kijken en zo snel mogelijk weer weg te wezen. Het voelt heel vreemd en onnatuurlijk. Na afloop van de excursie voel ik me toch wel oke dat ik het gedaan heb, ook al viel het me soms hard tegen. Maar al met al moet ik zeggen dat het geen aanbeveling is. Eens maar nooit meer.
Diezelfde avond vertrekken we met een luxe touringcar naar het overstroomde Bangkok, het eindpunt van onze groepsreis. Omdat ik daar de meeste dingen al heb gezien besluit ik mezelf te laten
verwennen met een Thaise massage, een fish spa en heerlijke cocktails. Het is mooi geweest zo.
En dan nemen we ’s avonds afscheid van de groep. Toch wel raar eigenlijk. Hoewel ik aan de ene kant blij ben om afscheid te nemen, is het aan de andere kant ook weer even wennen om straks alleen te
zijn. Bij het avondeten laat onze tourguide ons nog gefrituurde sprinkhaan proeven. En zoals alles wat gefrituurd is smaakt het prima. Kunnen we ook weer op het lijstje zetten.
En dan is het tijd om het vliegtuig te pakken naar het volgende continent….. Australië.
Vanaf nu krijgen jullie trouwens meer foto’s te zien, want ik heb van mijn allerliefste collega (ehhh op 1 na) extra fotoruimte gekregen. Franske bedankt hiervoor! Ben ik super blij mee!
Laos (Vientiane, Vang Vieng en Luang Prabang )
Na een paar lange reisdagen door prachtig bergachtig landschap van Laos komen we aan in de hoofdstad Vientiane. Een verademing na net drukke Hanoi in Vietnam. De landschappen zijn werkelijk prachtig. Laos is zo groen, het oogt zo vredig en de mensen zijn heel erg vriendelijk.
In de hoofdstad wonen 200.000 mensen wat vergeleken bij Hanoi met 3,5 miljoen erg weinig is. Ik wandel samen met de zusjes Ursula en Fiona uit Ierland (what else..) 2, 5 uur lang door de hoofdstad. We wandelen via de ‘Victory Gate’ naar de Pha That Luang, het belangrijkste monument en symbool van Laos. En ook al heb ik inmiddels al zoveel gebouwen en tempels gezien, ik blijf het prachtig vinden. Met een zonsondergang op de achtergrond schiet ik prachtige foto’s. Onder het genot van een (welverdiende) pizza kletsen we de hele avond over thuis. Een heerlijke avond met z’n 3-en in het mooie Vientiane.
De volgende dag vertrekken we alweer naar de volgende plaats, Vang Vieng. De plek die met name bekend staat om ‘tubbing, caving en kayaking’. De jongeren uit de groep besluiten om de hele middag te
besteden aan ‘tubbing’, oftewel met een zwemband de rivier op en via allerlei barretjes met dansmuziek en gratis shotjes langzaam afdalen naar je hotel.
De bejaarden uit de groep gaan een hele dag kajakken (15 km), de grotten in en een klein deel met de kajak langs de barretjes met dansmuziek. En uiteraard hoor ik bij deze groep.
We starten met een bezoek aan de grotten, waar we liggend in een zwemband doorheen zwemmen. Voor een claustrofoob iets minder leuk, maar de binnenkant van de grotten zijn het meer dan waard.
Wanneer ik met mijn zwemband de grotten in ga stuit ik op een enorme grote zwarte spin ( en dan bedoel ik ook echt ENORM) die op met af komt lopen, op het water!
Ik weet niet hoe snel ik weg moet komen, waardoor ik vanwege mijn gestuntel ongeveer op z’n kop in mijn zwemband hang. Ik moet er zo om lachen dat ik met geen mogelijkheid meer overeind kom.
Maar met wat hulp van anderen, kunnen we eindelijk weer verder.
Na de grotten gaan we 15 km kajakken. De omgeving is adembenemend en met de zon op ons gezicht hebben we een fantastische middag. We komen aan bij de barretjes met dansmuziek. Het ziet er erg gezellig uit moet ik zeggen en we meren aan voor een Laos biertje. Na wat moed te hebben verzameld slinger ik mezelf via een hoge schommel de rivier in en besef weer dat ik toch nog niet zo bejaard ben. Moe maar voldaan kajakken we richting het hotel.
Na Vang Vieng vertrek ik met pijnlijke armen richting Luang Prabang, wat net als de vorige twee steden over prachtige natuur beschikt. We brengen een bezoek aan een beren opvangcentrum en wandelen en zwemmen door de watervallen. Ik sluit het mooie Laos af met een bezoek aan de avondmarkt waar ik voor het thuisfront (en mezelf) souvenirs koop.
De komende 2 dagen gaan we aan boord van een 50 meter lange boot die ons via de Mekong Delta richting Thailand gaat varen. En dan hebben we nog 1 stad te gaan, Chiang Mai, voordat we terugkeren naar Bangkok. Waar alles begon….
Ik kan niet geloven hoe snel het allemaal gaat. Het tweede continent van de drie in het vooruitzicht en 4 landen achter de rug en nog 5 te gaan. Maar ik moet zeggen dat ik inmiddels toch wel uitkijk naar mijn volgende bestemming, Sydney, Australië. 9 dagen ‘vakantie! En ik mag het niet zeggen, maar….. Ik ben er aan toe! En als het water uit het centrum van Bangkok blijft en Qantas niet gaat staken komt het allemaal goed!
Vietnam (Hue, Halong Bay en Hanoi)
Hue, Halong Bay en Hanoi (Vietnam)
Na de mooie route over de Hai vanPas komen we aan in Hue. We blijven hier maar 1 middag en 1 ochtend, dus weinig tijd om veel te bekijken. Om toch zoveel mogelijk mee te krijgen, huren we 15 scooters met chauffeur die ons in 4 uur de belangrijkste highlights van Hue laten zien. Het is een prachtig zicht zo’n slinger van 15 scooters achter elkaar. En ook hier voel ik me weer de koningin aangezien overal mijn helm op en afgedaan wordt. Iets wat ik op zich ook zelf zou moeten kunnen, maar ach heerlijk zo!
We gaan naar de Thien Mu-pagode, het officieuze symbool van Hue en we rijden naar het koningsgraf Minh Mang. Mijn chauffeur Nie vertelt onderweg allerlei details, super lief! Ik knik vriendelijk ja op alles, maar ik versta er eerlijk gezegd geen reet van. We gaan verder via een offroad route naar een kraam waar ze wierrook maken en vietnamese hoeden. Erg leuk om te zien! We sluiten af met een bezoek aan een Japanse brug. Het voelt heerlijk om zo achter op de scooter door Hue te crossen en toch aardig wat van de stad mee te krijgen.
De volgende morgen wandelen we naar de Citadel en de verboden purperen stad, een 500 hectare groot complex omringd door muren en greppels. Mijn 22-jarige kamergenoot vindt het tegenvallen en had
het veel mooier verwacht, het geld niet waard…
Ik moet er van binnen om lachen. We hebben immers in Saigon gezien hoe erg de oorlog heeft toegeslagen en waarbij juist Hue als stad het zwaarst getroffen is. Geen idee wat dan je verwachtingen
zijn, maar ikzelf vind het zeer indrukwekkend. Je krijgt een goede indruk hoe imposant en mooi het was, maar je ziet ook duidelijk de verwoestingen. Het staat op de UNESCO lijst van bescherm
cultureel erfgoed. Als ze naderhand zegt dat ze eigenlijk geen idee had wat voor ‘gebouw’ ze had bezocht, houd ik maar wijselijk mijn mond.
We vertrekken weer richting het treinstation om de trein richting de hoofdstad Hanoi te nemen. Ik plant mezelf bovenop het stapelbed, laptop op schoot, muziekje aan, biertje erbij…. We kijken nog met z’n vieren de film The Kings Speech (een laptop met films maakt dikke vrienden) en gaan daarna lekker slapen. De rit duurt 13 uur en we komen om 4.00 uur ’s nachts aan. Daarna nemen we meteen de bus naar Halong Bay voor nog eens 4 uur.
We hebben (weer) een prachtig hotel met uitzicht op zee en gaan meteen de boot op voor een rondvaart van 4 uur. Op de boot krijgen we een verse seafood lunch en kijken ondertussen naar het adembenemend natuurspektakel. Er zijn duizenden rotseilanden, volgens de legende gecreëerd door een draak. Met een strakblauwe hemel en 37 graden breng ik de rest van de dag roosterend door op mijn ligbedje op het dek. Wat een rotleven zeg….
En dan vertrekken we de volgende dag terug naar de hoofdstad Hanoi waar we onze laatste dagen van Vietnam doorbrengen.Ik was er al voor gewaarschuwd en inderdaad wat een cultuurshock! Er rijden nog
meer scooters dan in Saigon. Bijna 6 miljoen! Oversteken is echt een enorme uitdaging en ik verbaas me wederom dat het gewoon allemaal goed gaat. Gewoon oversteken, niet stoppen en niet rennen maar
langzaam doorlopen. Oja en je ogen dicht doen!
We gaan naar het ‘Water puppet theater’ wat erg leuk is. En wandelen door de stad langs het Ho Chi Minh mausoleum, we lopen door de Temple of Literature en bezoeken de vreselijk drukke markthallen
van Dong Xuan. Ik ben blij dat we de stad weer gaan verlaten want deze drukte is echt niks voor mij!
Maar we verlaten ook het land en dat vind ik wat minder…. Vietnam heeft zoveel te bieden! Mooie stranden, prachtige gebouwen, heftige geschiedenis, drukke steden, pittoreske dorpen en prachtige
natuur. Ik kan niet anders zeggen dat de verliefdheid blijft groeien. Vietnam, I’ll be back!
Op naar LAOS!!!
Vietnam (Nha Trang en Hoi An)
Het is een lange eerste dag in Nha Trang als onze bus ons rond 6.00 uur ’s ochtends afzet. De kamers zijn nog niet klaar, dus we belanden gezellig met een hoop mensen op 1 bed om nog even te slapen. We worden door onze gids gewaarschuwd om niet alleen de straat op te gaan en waardevolle spullen mee te nemen. De avond ervoor zijn 2 meiden neergeslagen en beroofd. Nou dat klinkt zeer opbeurend en ik kan niet wachten om de stad in te gaan….
Nha Trang is net als Sihanoukville (Cambodja) een badplaats waar elke willekeurige backpacker zich voor 50 eurocent laveloos kan zuipen. Ook hier is het overal happy hour en krijg je gratis ‘buckets’ met drank. Ik lees ergens het ‘Whe dare you-drankje’en twijfel even of ik het zal nemen. Het is een emmer met 1 fles wodka, 2 flessen rum en een halve fles gin. Maar nee, toch maar niet. Ben ook ik dan eindelijk te oud geworden voor dit soort dingen?
Ik breng de rest van de dag door op het strand met een prachtig uitzicht op de bergen. Ik geniet van de zon en van de albino’s uit mijn groep, die met factor 50 alsnog geroosterd worden. Ik zie eindelijk een voordeel voor mezelf om omringd te zijn door Engelsen en Ieren. Ik geniet van de zon, het strand, het witte zand, de bergen en als ze ter plekke nog een verse fruitsalade gaan maken voor ons, voel ik dat vakantiegevoel weer in alle hevigheid terug komen.
Vanwege een groepsdip aan mijn kant sluit ik me de volgende dag aan bij de ‘nieuwen’ die een boottocht gaan maken. Reizen in een groep heeft zo zijn voor- en nadelen. Maar ik wilde perse een internationale organisatie om zoveel mogelijk buitenlandse mensen te ontmoeten, dus mag van mezelf niet mekkeren dat het soms vermoeiend is om dag in dag uit Engelse te spreken. Al moet ik zeggen dat dat inmiddels aardig goed gaat, al blijft het lastig om het tempo en de accenten te verstaan als de Ieren en Engelsen tegen elkaar praten. Maar 1 ding is zeker, ik spreek het straks vloeiend en snel!
Van een hele dag op een boot word ik al gelukkig, dus heb enorm veel zin in de boottocht. We brengen eerst een bezoek aan een aquarium waar ik echt enorme mooie en grote vissen zie, om vervolgens zelf de zee in te duiken en te zien dat ik tussen de nemo’s zwem. Even buiten beschouwing gelaten dat het snorkelmateriaal uit de prehistorie komt en mijn bril dus continu volloopt en ik meer dan 50 (kleine) kwallenbeten heb, is het zeker de moeite waard. We sluiten de dag af met een karaokefeest op de boot wat overgaat in een enorm dansfeest waarbij we vanaf de boot de zee in duiken waar gratis shotjes worden uitgedeeld. Ik neem net zoveel shotjes om de pijn van de 50 inmiddels nieuwe kwallenbeten te compenseren en besef dat ik misschien toch nog niet zo heel oud ben. ’s Avonds stappen we weer op de nachttrein richting Hoi An en ik slaap uiteraard als een roos.
En dan kom ik aan in het kleine stadje Hoi An. Een wereld van verschil met Saigon of Nha Trang. Dit pittoreske en vredige kleine stadje bestaat uit meer dan 400 kledingzaken waar je alles op maat kunt laten maken, jurken, pakken, blazers, noem het maar op. Ik wandel de eerste dag door de gezellige kleurrijke kleine straatjes. Het is er zo gezellig en de mensen zijn zo aardig, dat ik er helemaal blij van word.
En dan ga ik op zoek naar mijn jurk! Want wie Hoi An kan verlaten zonder een op maat gemaakt kledingstuk moet gek zijn. Met een voorbeeld op zak struin ik de straatjes af. Ik kijk mijn ogen uit. Er hangen zoveel mooie kleurrijke jurken en rokken en er zijn zoveel verschillende materialen om te kiezen. Ik vind een winkel waar ze mijn jurk kunnen maken! Ik kies in een catalogus ter plekke nog even voor een nieuwe voorkant. Ik heb nu zoveel voorbeelden gezien dat ik uiteraard weer van gedachte ben veranderd. Als ik mijn materiaal (zijde) heb gekozen verlaat ik helemaal hyper de winkel. Hoe blij kan een mensen worden van een jurk?? Morgen om 14.00 uur kan ik komen passen!
De volgende dag huren we met z’n 5-en fietsen en rijden naar het strand. Na een paar uur mogen we dan eindelijk richting de stad om alles te gaan passen. Twee jurken en twee broeken rijker verlaat ik als een dolgelukkige vrouw het plaatsje Hoi An, een walhalla voor de shopgoeroes. Wow wat een stad is dit! Ik kom hier zeker nog een keer terug. En zeker niet alleen vanwege de kledingzaken.
De volgende dag rijden we via de Hai Vanpas naar Hue. Een ruim 100 kilometer lange weg met scherpe bochten, hoog door de bergen met aan de andere kant de prachtige kustlijn. Het levert mooie plaatjes op. Ik moet eerlijk toegeven dat ik een beetje verliefd aan het worden ben.
Vietnam (Ho Chi Minh)
We komen aan in Sihanoukville, een klein stadje aan de kust waar we twee dagen gaan relaxen. Eindelijk! Ik lig dan ook de rest van de middag aan het zwembad.
’s Avonds hebben we barbecue op het strand. Ik bestel een seafoodmix voor de bbq en een cocktail. Dat voelt goed…
We krijgen van alle kanten flyers voor gratis drankjes en happy hours. Het doet me denken aan Chersonissos en Playa de Palma. Als er op het strand ook nog vuurwerk wordt afgestoken krijg ik echt
een vakantiegevoel. We gaan er dan ook even flink tegen aan die avond.
De volgende dag slaap ik heerlijk uit en laat me verwennen met een massage, een manicure en pedicure, alles voor enkele euro’s. Ik ben weer helemaal bijgetankt en klaar voor het volgende land.
VIETNAM.
Na een lange en hobbelig busreis komen we aan bij een klein plaatsje op de grens, genaamd Chau Doc waar we overnachten. Ik ga mee met de excursie waarbij we een boottocht maken over de Mekong Delta. Ik vind het eerlijk gezegd nogal tegenvallen, waarschijnlijk een combinatie van moeheid, heimwee en keiharde regen. Ik laat de motortocht om de zonsondergang te zien dan ook aan me voorbij gaan en ga om 20.00 uur slapen. Ruim 11 uur later word ik wakker, het was duidelijk even nodig. Ik voel me stukken beter en kijk uit naar Ho Chi Minh /Saigon.
Het verschil met Cambodja is enorm, zeker als we de grote stad binnenrijden. De hoge gebouwen rijzen aan weerskanten en grote billboards verschijnen aan de kant van de weg. In het begin zie ik nog
veel fietsers, maar al snel worden dat veel brommers. In Saigon rijden namelijk meer dan 5 miljoen brommers en om te weten hoe dat eruit ziet moet je echt naar Vietnam komen!
Leuk om te zien dat de mensen ook echt van die Vietnamese hoedjes en bamboestokken dragen met aan weerszijde zware manden vol producten. We komen laat in de middag aan en bezoeken de grote Ben
Thanhmarkt waar ik nog wat souvenirs koop. ’s Avonds hebben we weer groepsdiner waar we afscheid nemen van de 2 Japanners en 3 nieuwe mensen (een Engels stel en Duits meisje) verwelkomen.
De volgende morgen gaan we naar de Cu Chi tunnels van de Vietcong. Vanaf het moment dat ik er thuis over las kreeg ik al hartkloppingen. Je kunt zelf de tunnels in maar ze zijn zo vreselijk smal
dat je op moet passen dat je niet klem komt te zitten. Dat het ook pikdonker is en 40 graden maakt het er niet veel aantrekkelijker op.
We krijgen eerst een documentaire te zien hoe het allemaal is ontstaan met enkele gezinnen die een tunnel bouwden om zich in te verschuilen. Om de tunnels later aan elkaar te koppelen er een ware
ondergrondse stad is ontstaan. Het is echt een meesterwerk, tunnels compleet met keukens, eetruimtes maar ook zelfs een ziekenhuis.
Als we daadwerkelijk bij de tunnels komen besluit ik er toch in te gaan. Ik voel me min of meer verplicht om te voelen hoe het was na het zien van de documentaire. Maar ik vind het doodeng!
Het is pikkedonker en ik zie niet waar ik heen moet, zweet me een ongeluk en raak lichtelijk in paniek. Ik voel allerlei vreemde insecten rond me vliegen maar zie uiteindelijk licht!
Nou ja weer een ervaring rijker in ieder geval.
Verder zien we nog de vallen die gemaakt werden voor de Amerikanen, die voornamelijk bestaan uit enorm spiesen. Ook kun je nog schieten als je wilt, maar ik vind het nogal cru eerlijk gezegd.
We sluiten af met een echte Vietcong maaltijd (zie foto), het smaakt niet echt lekker, maar ik zal het opeten!
Na de tunnels ga ik naar het Museum van Oorlogsmisdaden. Ik had me misschien iets beter voor moeten bereiden want het hakt er weer aardig in. Maar ja hoe bereid je je op zoiets voor?
Het museum bestaat uit 3 verdiepingen waar je beelden te zien krijgt van de misdaden die zijn gepleegd, de communicatie uit verschillende landen uit die tijd, de gebruikte wapens, maar ook de
kinderen die later zijn geboren maar vanwege de chemische stoffen totaal verminkt en misvormd zijn. Echt gruwelijk om te zien. Het zijn realistische beelden gemaakt door Japanse fotografen. Ik
vraag met af hoe die er aan toe zijn na het vastleggen van al deze nachtmerries.
Je krijgt in ieder geval een goed beeld van de dramatische tijd toen en de gevolgen nu nog. En dan te bedenken wat nu daadwerkelijk de reden was… Mijn Tour of Duty gevoel van vroeger voelde toch
heel anders.
Ik wandel de rest van de middag nog langs de Notre Dame, al valt deze uiteraard compleet in het niet bij de echte en breng een bezoek aan het oude postkantoor, ontworpen door Gustav Eiffel (ja die
van de toren). Na deze zware en indrukwekkende dag stappen we s’avonds op de nachttrein om aan weer een heel andere ervaring te beleven. We slapen met z’n 4-en in een coupe op stapelbedden. Tijdens
de 12 uur durende treinreis slaap ik heerlijk!
Om 5.30, 2 uur eerder dan gepland, komen we aan en krijgen 5 minuten om wakker te worden en uit te stappen. Het is een grote chaos van net wakker geworden mensen en enorme rugzakken. Ik moet lachen
om alle gevouwen gezichten. Want waar maken we ons druk om! We hebben 2 dagen strand voor de boeg en dat met 36 graden en zon!
PS: foto's volgen als mijn internetverbinding beter is.
Cambodja (Phnom Penh)
Na een busrit van 8 uur rijden we Phnom Penh binnen. Onderweg verbaas ik me nogmaals over de enorme overstromingen. Werkelijk alles staat onder water. Ik vraag me af of het in Nederland ook op het
nieuws te zien is. Bij aankomst ga ik nog snel even met Kathy een hamburger eten ergens en snel slapen.
De volgende dag brengen we een bezoek aan Prison 21 (Tuel Sleng) voor de meesten wel bekend neem ik even aan. We hebben een Cambodjaanse gids die in de bus over zijn leven vertelt en broers en
zussen is verloren ten tijden van Pol Pot. Ik vind het ongelofelijk hoe hij dit soort rondleidingen kan geven, dag in dag uit. Als we aankomen schrik ik me dood! Een verbrande man met misvormd
gezicht stapt op ons af om te bedelen. Met kippenvel op mijn arm ga ik naar binnen, waar de kippenvel voorlopig nog wel even blijft.
Het eerste gebouw dat we binnen gaan zijn grote cellen waar de gevangenen zaten. Er staat een ijzeren bed met doos waar de gevangenen hun behoeften in deden. Met de bloedspetters letterlijk nog aan
het plafond hangt aan de muur een grote foto van de vermoorde gevangene. Je ziet op welke wijze de gevangenen werden vermoord, hoofd ingeslagen, buik opengereten, omdat de bewakers zogezegd slim
werden van het eten van lever.
In het volgende gebouw hangen de foto’s van alle gevangenen, mannen, vrouwen, maar voornamelijk kinderen. Er zijn in die paar jaar bijna 3 miljoen mensen of vermoord, overleden door ziekte of
vermist. Als je in de stad om je heen kijkt zie je ook alleen maar jonge mensen. Bijna 60% is jonger dan 23 jaar.
Onze gids vertelt dat het doel van Pol Pot was om alle mensen met een opleiding te vermoorden, uit angst dat ze in opstand zouden komen. Dus werden de gevangenen ondervraagd waar hun vrienden en
familie was. Uiteraard niet met eerlijke redenen. Als alle gegevens binnen waren werden ze naar de Killing Fields gebracht en vermoord. En om kogels te sparen werden ze doorgeslagen of
gestoken.
Onder opgeleide mensen viel volgens Pol Pot uiteraard bijna iedereen, brildragers, mensen met een lichte huid, monteurs, noem maar op. Gaven de gevangenen geen gegevens dan werden ze op gruwelijke
wijze gemarteld. Ze werden lange tijd met water bespoten of moesten voorover gebogen staan tot ze het bewustzijn verloren om vervolgens met hun hoofd in een bak vervuild water gedompeld te worden
om weer bij te komen. Of de nagels werd uitgetrokken en bij vrouwen zelfs tepels afgerukt. Of de vrouwen moesten toekijken hoe hun baby tegen een boom kapot werd geslagen of omhoog gegooid en
opgevangen met een mes. Op getekende afbeeldingen die gemaakt zijn door overlevenden zie ik de gruwelijke beelden. Ik word er zo misselijk van dat ik naar buiten loop.
Ook zien we kleine cellen waar de mannen zaten. Buiten lees ik het bord met daarop de regels. Ze mochten niet praten, moesten toestemming vragen om te plassen, te slapen of zelfs om te draaien. Af en toe werd de cel nat gespoten als zogenaamde schoonmaak en moesten de mannen staand wachten tot het vanzelf weer droog werd. De vrouwen zaten boven waar ze douches hadden. Ik denk heel even dat zij het beter hebben, maar dom van me. Ze werden continu verkracht en de bewakers wilden graag dat ze schoon waren. Ongelofelijk dat zulke mensen bestaan!
Als we alle gebouwen hebben doorlopen komen we buiten 1 van de overlevenden tegen die zijn verhaal in boekvorm verkoopt. Indrukwekkend…hij heeft het geld nodig, maar hoe kan iemand nog zo vaak op dit terrein terugkomen!
We vervolgen onze busrit naar de Killing Fields waar de gevangenen werden vermoord. We lopen langs massagraven met onthoofde lichamen, naakte vrouwen, etc. Het is zo gruwelijk, want je ziet de stukjes bot nog liggen op de grond. Als ik oog in oog sta met de boom waar de kinderen doodgeslagen werden word ik weer zo misselijk dat ik het terrein verlaat. Het hoort bij Cambodja, dus een bezoek waard, maar voor mij is het even genoeg geweest zo.
Op de terugweg vertelt de gids met een wat verwrongen glimlach dat de opgepakte leiders een goed leven hebben in de gevangenis. Terwijl de overlevenden hard moet werken om het hoofd boven water te
houden. Wat een wereld! Maar onze gids zegt ‘That’s Cambodia’.
Ik kan het niet geloven…POLitical POTention noemen ze dat.
Nog diep onder de indruk bezoek ik ’s middags nog het Koninklijk Paleis, het Nationaal Museum en eet bij restaurant Friends waarmee ik meteen een bijdrage lever aan een goed doel. Ik sluit Phnom Penh af met een avondje eten en drinken met Peter en Sandy, die na Bangkok nu in Phnom Penh zijn. Het wordt uiteraard weer veel later dan gepland, maar erg fijn om even te kletsen over alledaagse dingen. Licht aangeschoten stapt de koningin weer in haar tuktuk terug naar het hotel. Op naar Sihanoukville voor 2 dagen rust en strand! Ik ben er aan toe!